Prikploeg Zilvermosstraat
We zitten bij Anouk thuis bij de kerstboom op de Distelweg. Ze woont er al zo’n dertien jaar. Marianne, ook onderdeel van de harde kern van de prik- en opruimploeg ( ze hebben nog geen naam), is ook aangeschoven. Anouk heeft thee ingeschonken en een grote schaal met koekjes en chocola klaargezet.
Marianne vertelt dat ze acht jaar geleden op de Zilvermosstraat is komen wonen. Het was van het begin af aan nooit netjes in dat deel van de straat. Vooral om de grote boom werden veel vuildumpingen gedaan. Bij het Sterrenmospad is een grotere parkeerplaats waar geen huizen op uitkijken. Dat is een geliefde dumpplaats. Vooral bij de twee bomen ligt veel vuil. Vaak ook liggen er kapotte vuilniszakken, die niemand opruimt. Soms heb je er zelfs wildplassers.
De prik- en opruimploeg
Toen Marianne op een zeker moment bezoek zou krijgen, was ze klaar met al die rommel. Ze trommelde wat buren op en begon met de opruimen van hun stukje straat. Vanaf mei dit jaar is er een harde kern van vijf mensen die om de week op zondag aan de slag gaat met prik- of grijpstokken en vuilniszakken. Daarnaast zijn er anderen die ook wel eens meedoen als ze kunnen. Ze hebben een vast buurtje waar ze vegen en rommel opruimen.
‘Het voelt anders als je dit met elkaar doet,’ zegt Anouk. ‘Het is ook gezellig en na afloop drinken we wat met elkaar. Soms neemt een van de prikkers haar zoontje of dochtertje mee. Zo leren kinderen ook spelenderwijs hoe je de omgeving schoon houdt’
Marianne vult aan: ‘We willen niet blijven mopperen maar juist iets positiefs doen. En je ziet dat mensen dat waarderen. Door onze opruimacties hebben we elkaar leren kennen en is er ook meer contact in de buurt. We weten nu wie waar woont. ’
Meer doen met de gemeente
Marianne heeft contact gezocht met een afvalcoach en de wijkregisseur en praat nu regelmatig met mensen van de gemeente en woningbouwvereniging de Alliantie om ervoor te zorgen dat er minder troep in de wijk komt. Er komt een wijkschouw, waarin de experts ook gaan kijken naar andere zaken die te maken hebben met veiligheid in de buurt, zoals losliggende tegels en verlichting of het plaatsen van een hoger hek tussen het schoolplein en de tuinen.
Er wordt bovendien nagedacht hoe de dumpingen vermeden kunnen worden. Het zijn niet alleen bewoners van de buurt, maar ook mensen van buiten de wijk en bedrijven die vuil storten. Bedrijven moeten nu gaan betalen voor het storten van hun afval, dus dan is illegaal dumpen heel verleidelijk. Marianne en Anouk denken na over het aanleggen van bloemperken rond de bomen, want als het er netjes en leuk uitziet, gaan mensen hun afval daar ook minder snel storten. De gemeente heeft een budget beschikbaar om planten aan te leggen. Op drie plaatsen zijn al plekken met linten afgezet.
Met elkaar
De opruimploeg heeft flyers in de brievenbussen van de huizen gedaan, waarin ze een oproep doen aan de mensen om zelf hun vuil op te ruimen. Zo hopen ze meer mensen bij het opruimen te betrekken.
Marianne en Anouk merken dat het moeilijk is om mensen te bereiken, maar ze merken ook dat er steeds meer mensen betrokken raken. ‘Voor ons is het duidelijk. Wij willen hier graag zo lang mogelijk blijven wonen. Maar als je met een gezin in een tweekamerwoning woont, heb je dat gevoel voor je wijk niet, dan wil je alleen maar snel verhuizen. Er zijn ook mensen, vaak met een taalbarrière, die niet goed weten hoe je met afval moet omgaan.’
De vaste kern van de opruimploeg had in september, rond burendag, ook een buurt’borrel’ georganiseerd rond één van de opruimacties. Helaas regende het pijpenstelen, dus dat evenement viel in het water. Pech dus, de volgende keer beter.
Anouk: ‘Het positieve van onze opruimploeg is dat we meer contacten in de buurt hebben gekregen en dat je elkaar snel weet te vinden als er iets aan de hand is. Je let meer op elkaar.’ Marianne vult haar aan: ‘Je wilt dat je buurt netjes en gezellig is. Dat je weer trots kan zijn op de plek waar je woont.’








