Maria is vrijwilliger in Kardoes. Ze kookt bij de Buurtkamer op dinsdag en donderdag. Ik spreek haar net nadat ze de laatste maaltijden heeft rondgedeeld en de restjes in bakjes heeft gedaan voor de mensen die thuis gaan eten.
Toen ze nog werkte, zat Maria in het onderwijs. Ze had banen in Suriname en ook in Nederland, als docente economie en huishoudkunde. Maria heeft dus niet alleen opvoed-ervaring met haar eigen kinderen, maar ook met de kinderen van anderen.
Respect
“Mijn ouders leerden me respect te hebben voor anderen. Iedereen is gelijk. Dat was belangrijk in Suriname waar veel verschillende culturen zijn en we met elkaar op een prettige manier willen samenleven. Je zorgt voor elkaar en ook voor de generatie voor je, want voorouders zijn voor ons belangrijk. Als kind spreek je oudere mensen aan met ‘u’ en vriendinnen van je ouders noem je ‘tante’ of ‘oom’, want dat is beleefd. Je kunt onze opvoeding streng noemen, maar ik zou zeggen: streng, maar rechtvaardig. Vroeger werden er wel klappen gegeven, maar nu wordt er veel meer gepraat, met elkaar en met de kinderen.
Je moet als opvoeder consequent zijn. Als je met straf dreigt, moet je die ook uitvoeren bij ongewenst gedrag. Dat vond ik wel eens moeilijk vroeger, want een kind straf geven, doet jezelf ook pijn.”
Maria vertelt over een keer dat haar zoon 15 jaar oud was. Hij moest van haar om 9 uur ’s avonds thuis zijn. Toen hij te laat kwam, had ze tegen hem gezegd dat hij de volgende keer voor een dichte deur zou staan. De volgende avond was hij vijf minuten te laat en was de deur op slot. Na een kwartier heeft ze alsnog de deur open gedaan en hebben ze gepraat. Daarna is hij niet snel meer te laat thuis gekomen.
Gebrek aan liefde
In Nederland zit veel verschil in de opvoeding, vindt Maria. Er zijn ouders die het heel goed doen, maar ook ouders die erg met zichzelf bezig zijn en weinig belangstelling hebben voor hun kinderen. Vaak overheerst dan het materialistische denken; over wat ze hebben en nog willen hebben.
Als leerkracht heeft Maria veel kinderen meegemaakt die aandacht en liefde missen. Als leerkracht heb je soms een band met zo’n kind, waardoor je het toch een beetje kan helpen.
Vaak komt het gebrek aan aandacht door problemen thuis. Veel kinderen en ouders schamen zich ervoor als er problemen zijn. Niemand hangt graag de vuile was buiten. Als je doorvraagt, kan je dan soms wel naar boven krijgen wat er aan de hand is. Vaak geeft dat opluchting bij de ouders, die de situatie zelf ook moeilijk vinden. Maar Maria heeft ook wel eens ouders gehad met een dochter, die aan een eetstoornis leed, die ontkenden dat er iets aan de hand was.
“Er zijn ouders die alles loslaten en tegen de school zeggen: doe maar wat je wil met mijn kind, als het maar slaagt voor zijn examen. Ik vind zelf dat opvoeding iets is van de ouders, van jongs af aan. Ouders moeten hun kind niet zomaar laten gaan, zonder sturing, en dan maar hopen dat alles goed komt.”
Er komt iemand naar ons tafeltje met een dringende vraag voor Maria. Ze staat op. Ook al voedt ze nu zelf geen kinderen meer op, ze heeft nog genoeg te doen.