De zakjes hangen nog, maar is de proef geslaagd?

Weet je het nog? De gemeente had zakjes aan de eikenbomen gehangen. Het was een proef om de eikenprocessierups te bestrijden. De zakjes hangen nog steeds aan de eiken langs het fietspad dat dwars door Kruidenwijk naar het Beatrixpark loopt. Maar is de proef nu eigenlijk geslaagd?

In elk zakje zaten 500 larven van de gaasvlieg. De larven van de gaasvlieg eten namelijk graag eikenprocessie-rupsen. Als de gaasvliegen in de omgeving van de eiken langs het fietspad groot worden, zullen ze daar ook weer hun eitjes gaan leggen. Dan zullen ook de volgende jaren nieuwe gaasvlieglarven de bomen inkruipen om daar de processierupsen op te eten.

Het experiment heeft succes gehad. De larven zijn de bomen in gekropen, de gaasvliegen zijn uitgevlogen en nu zit er alleen nog wat grond in de zakjes. Twee weken na het ophangen van de zakjes hebben de mensen die het experiment uitvoeren, een aantal zakjes opengemaakt. Ze hebben goed gekeken of de gaasvlieg-larven in de bomen waren gekropen. Daarna hebben ze onderzocht of er inderdaad meer gaasvliegen in de omgeving te vinden waren. En ja, dat was duidelijk het geval. Er zijn meer gaasvliegen gekomen na het ophangen van de katoenen zakjes met de larven. Wat dit exact inhoud voor volgend jaar, is nog niet helemaal duidelijk.

De overlast van eikenprocessierupsen is in Almere al aanzienlijk lager dan afgelopen jaar. De gemeente doet veel om de eikenprocessierups te bestrijden. Dat gebeurt op een natuurlijke manier, zodat de groenmedewerkers niet met gif hoeven te spuiten en de grond en de bomen niet beschadigd worden. Bij het bestrijden van de eikenprocessierups maakt de gemeente vaak gebruik van natuurlijke vijanden. Dat zijn dieren die de rups eten, zoals sluipwespen, gaasvliegen, lieveheersbeestjes en roofkevers. Er wordt gezorgd voor meer voedsel en plekken waar deze insecten een nest kunnen maken. Denk bijvoorbeeld aan het zaaien van bloemen/kruidenmengsels en minder maaien in de buurt van eikenbomen.
Ook vogels zoals koolmeesjes zijn dol op eikenprocessierupsen. Daarom zorgt de gemeente voor meer struiken en vogelhuisjes waar vogels in kunnen schuilen en voedsel kunnen vinden.

De gemeente maakt ook gebruik van geparasiteerde nesten. Dat zijn nesten waarin sluipwespen en gaasvliegen al eitjes hebben gelegd. Als die eitjes uitkomen kunnen de larven meteen aan het werk.
Als het echt nodig is, zuigt de gemeente ook wel eens nesten weg met een speciale stofzuiger.
De combinatie van al deze manieren maken de bestrijding van de eikenprocessierups tot een succes.